Blog Annemiek - Insider/outsider?!

Annemiek - outsider onderzoeker04 juli 2019

Ben je zwart of bruin in een overwegend wit land, homo/lesbisch of transgender, chronisch ziek of zwakbegaafd, dan kan outsider betekenen dat je anders bent of zelfs afwijkend, in ieder geval niet ‘normaal’ (dat wil zeggen vergeleken met de meeste mensen en dominante groep). Je zou er niet bij horen, marginaal zijn of een buitenstaander. Als tegenwicht tegen discriminatie, vooroordelen, uitsluiting of zelfs geweld, kozen emancipatiegroepen hun stereotypering soms als geuzennaam, zoals Sister Outsider in de jaren 70 door zwarte lesbische vrouwen en het Flikkerfront door mannelijke homoseksuelen. In de Hermitage in Amsterdam is tot vandaag de dag een Outsider Art Museum, met kunst van kunstenaars met psychiatrische problematiek. Is hun kunst anders omdat zij anders gezond zijn? Wie bepalen of zij outsiders zijn, zijzelf of ‘normale’ anderen?

Bij ons als outsider-onderzoekers is ‘anders’ geen afwijking met een negatieve betekenis maar juist een pré, een voorwaarde om te doen waar we voor zijn aangenomen: anders (proberen te) kijken naar dichtgeregelde VG-zorg. Outsider zijn bij WAVE is een positionering als betrokken buitenstaander die juist door het géén deel uit te maken van het systeem een frisse (gewonemensen, kritische, etc.) blik heeft/kan werpen op wat de organisatie biedt aan zorg, bejegening en regels en het welbevinden van onze hoofdrolspelers. Zoals meerderen van ons misschien hebben gemerkt, is een buitenstaander al snel een pottenkijker, een kritische blik kunnen zorgmedewerkers als hinderlijk of bedreigend ervaren. Zelfs eenvoudige informatieve vragen, ingebed in uitingen van waardering voor hun werk, blijken al opgevat te kunnen worden als kritiek. Sommige insiders voelen zich kwetsbaar, bloot bij onze aanwezigheid.

Het lijkt alsof je om een outsider-onderzoeker te kunnen zijn eerst een beetje insider moet worden: een vertrouwensband met de professionals opbouwen, de zorgsituatie van alle kanten bekijken en misschien eens in de huid kruipen van een begeleider om te ervaren hoe complex zorg voor mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag is of kan zijn. Zo ingewerkt en gewend aan regels en afspraken raken dat je haast één van hen wordt, een collega buiten dienst, is echter niet de bedoeling. Onze taak is juist met een blik van buiten naar binnen te kijken en mogelijk iets anders te zien dan de professionele insiders. Gaat het om een balans act tussen in- en outsider zijn en is náást zorgprofessionals staan en uitleggen wat je doet en wat de bedoeling is dan genoeg? Of betrek je dan een comfortabele ‘de beste stuurlui staan aan wal’ positie? Eerst maar eens een eindje varen lijkt me.

2 reacties  

Tim - 08-01-2020 09:31:51

Reactie van ‘insider’ Tim:
De blik die outsider-onderzoeker Annemiek beschrijft is in mijn beleving de meest voorkomende blik en het gevoel dat wij hebben als zorgverleners wanneer een buitenstaander naar ons werk kijkt en daar iets over te zeggen heeft. Daarnaast is het wel fijn dat de outsider-onderzoekers de kans en de mogelijkheid krijgen om naast ons te staan tijdens de diensten en mee kijken hoe wij de zorg verlenen. De kritische vragen die gesteld worden zijn dan ook vaak wel een verrijking om toch op een andere manier naar de situatie te blijven kijken, en met name de waarom-vraag te stellen.
Bijvoorbeeld waarom er op sommige momenten meer informatie gedeeld wordt met de cliënt dan op andere momenten. Je geeft automatisch minder informatie of gesprekstof wanneer de spanning hoog is bij een cliënt omdat de draagkracht van de cliënt in spanning minder is en dan vaak geen ruimte is voor onduidelijke informatie. Dit doe je automatisch omdat je de cliënt dan alleen maar ziet zwemmen in de vragen waar hij of zij op dat moment niks mee kan. Dit doe je, maar ik persoonlijk had er niet zoveel bij stil gestaan. Dus is dan ook een goede reden om dieper te reflecteren op je eigen handelingen om zo het normaliseren van gedrag ook tegen te gaan van zowel de begeleider als de cliënt.
Met name op de locatie waar ik werk heerst er voor mij een blik dat ik veel gedragingen ‘’normaal’’ vind maar eigenlijk is dat in veel gevallen niet. Vooral de agressie die wij tegenkomen als zorgverlener kan soms best heftig zijn. Bijvoorbeeld een schop tegen de tafel is dan met een kracht van de volwassene maar in het beeld van een kind. De tafel zal dan ook omvallen met alle gevolgen van dien, waarbij er andere cliënten kunnen escaleren. Op de locatie waar ik werk wordt intensieve begeleiding toegepast. Onze cliënten hebben een vorm van prikkelverwerking, die een beetje gelijk is aan die van een kind, maar ze hebben de fysieke capaciteiten van iemand met een normaal postuur van middelbare leeftijd. Daarnaast hebben de meesten ook last van een hechting-problematiek en hebben ze trekken van autisme. De meesten leven dan ook zeer gestructureerd. Agressie maak je vaak mee en in verschillende vormen en manieren van auto mutileren (zelf beschadiging) tot verbale agressie naar elkaar met soms slaan of schoppen. In het begin schrik je, maar je leert ermee omgaan – en eigenlijk het normaal te vinden. Dit vraagt dan ook veel van je als begeleider en kan na veel diensten ook in je privéleven nog door dreunen. Ik merk dan soms na veel dagen gewerkt te hebben dat ik eerste vrije dag een gevoel heb dat ik nog moet werken diezelfde dag. Ik leef dus op dat moment in een continue staat van alertheid. Het normaliseren is dan eigenlijk het vergemakkelijken van het heftige wat je mee maakt. Dus wat de outsider met die vragen heeft gecreëerd is eigenlijk ook het duidelijk maken dat situaties niet altijd normaal zijn en ook best heftig kunnen zijn en mogen zijn en daar best stil bij gestaan mag worden.

Vanessa Olivier-Pijpers | hoofdonderzoeker - 01-11-2020 12:41:45

Mooie blog! Zet aan tot denken en roept bij mij vooral ook vragen op: Hoe kijkt Annemiek zelf aan tegen 'advisering'? Is dat pas 'goed' als je alles zelf hebt meegemaakt, als buiten-collega? Moet je iets eerst ervaren voordat je het kunt doorgronden? Of is het voldoende om de zorg-taal te beheersen?   Ik kan me voorstellen dat zorgprofessionals zoeken in hoeverre de adviezen van outsiders werkelijk gegrond zijn. En hun ervaringen uit het verleden met advisering is vermoedelijk niet altijd echt positief, gezien de situaties waarin professionals terechtkomen. Is het ongemak richting outsiders niet ook gewoon in het licht van 'een onbekende andere zijn' te zien? Onbekend is onbemind? Annemiek zet zichzelf ook als anders neer. Of het project WAVE doet dat.   En hoe waardeer je het ongemak tijdens de kennismakingsfase? Dat hoort er toch ook bij? Mag je verwachten dat iemand zomaar met open armen wordt ontvangen? Is dat onze cultuur?   Ik ben ook wel benieuwd hoeveel en hoe snel de outsiders de zorg-taal hebben aangeleerd?  En (interessant als je professionals adviseert): waarom dan de cliënten ontmoeten? Je kunt toch ook naar hun onderlinge samenwerking of die met de gedragskundige kijken? Dat is toch ook zinnig?   Aan de andere kant: de interactie tussen cliënt en begeleiding is de kern. Eigen ervaring met cliënten geeft ook ideeën over wat het gedrag van een ander met je kan doen. Wat ook nuttige informatie is...


Annemiek - outsider onderzoeker

Annemiek - outsider onderzoeker
Aantal blogs: 1

Inschrijven nieuwsbrief