Blog Tonny - begeleider

Tonny - insider08 augustus 2022

Hand in hand op de mat: een dijker van een succeservaring!

Als begeleider ken ik Casper al lang, 8 jaar. Ons contact is daardoor veel vaker functioneel dan ‘effe tijd samen’. Tuurlijk ga ik, als ik hem bijvoorbeeld op bed leg, wel eens een beetje met hem stoeien. Maar ik ga niet, zoals Mark wel deed, rustig naast Casper in de snoezel zitten en dan contact maken door zijn handen voorzichtig te aaien of met zijn vingers te friemelen.  

Ik zag Mark de afgelopen twee jaar op de groep wel bezig met Casper, maar dan was ik vooral bezig met begeleiden van alles en iedereen. Ik zag wat hij deed dus pas echt goed in de film die hij erover heeft gemaakt. Daarbij zag ik Casper ook echt genieten; dat vond ik mooi om te zien. 

In die film kwam voor mij ook heel duidelijk naar voren wat Mark ‘zijn-tijd’ noemt: de niet-functionele tijd die hij ook regelmatig benadrukte in eerdere overleggen met ons team. Nadat we de film voor het eerst met het team hebben gekeken hebben we vanuit het beeldvormingsgesprek met het team afgesproken: we gaan die zijn-tijd proberen in te vullen.  

Zijn handen en de mijne

Caspers handen hebben voor mij in de alledaagse begeleiding veelal een functionele of soms ook wel een negatieve betekenis. Functioneel betekent het dat ik hem regelmatig aan de hand begeleid als ik iets van hem verwacht en de negatieve betekenis staat voor het grijpen en knijpen wat hij met zijn handen kan doen.  

En hoewel ik hem als vorm van nabijheid vaak een hand geef tijdens het wandelen, ligt de nadruk toch ook vaak op het voorkomen van gedrag wat niet wenselijk is. Bij onrust kan hij namelijk al snel gaan grijpen of knijpen naar de begeleiding; waarbij zijn handen altijd betrokken zijn, net als die van mij om mezelf af te weren of los te maken. 

De verhouding tussen zijn handen en de mijne, hebben dus een heel andere invulling en betekenis dan het intieme filmbeeld van de interactie tussen Mark en Casper. Dat beeld trok mij aandacht – dat wilde ik ook graag proberen met Casper.  

Toen ik me dit eenmaal had voorgenomen, zag ik een kans om dit te doen tijdens een late dienst. Casper lag rustig in de hal bij de deur, en ik was met twee andere collega’s aan het werk. Ik herinnerde hen aan het eerdere teamoverleg en gaf aan dat ik even bij Casper ging zitten. ‘Even zijn-tijd doen bij Casper’, zoiets. Dus dat ik echt even buiten de groep was. Dat snapten de collega’s. Dus toen er even later een andere bewoner de gang in kwam, zou ik daar normaal gesproken iets mee doen, maar nu ving mijn collega dat op door mij even buiten schot te houden. 

Gewoon bij Casper zitten

Casper lag op de mat en aaide daar over. Ik ben niet pal naast hem gaan zitten, maar op ongeveer een meter afstand. Ik heb er zo’n vier minuten gezeten, en al die tijd was ik me heel erg bewust van hoe ik bij hem wilde zitten, en dat was anders dan anders. Mijn houding naar hem was: ik ga niet begeleidend bij je zitten; ik verwacht nu niks van jou. Gewoon zitten, bij jou. Zoals Mark beschreef hoe hij het in het begin aanpakte, toen hij Casper helemaal niet kende: doen zoals Casper deed. 

Het was voor mij als begeleider best even een lastig moment om me zo af te zonderen met Casper. Dat ben ik niet gewend, want je staat altijd ‘aan’ voor alles wat er gebeurt op de groep. Het voelde ook kwetsbaar, want als je naast iemand op je billen zit kun je minder snel reageren op situaties om je heen. Iets wat ik tot daarvoor ook niet eerder had gedaan. Juist dat zitten was volgens mij nodig om Casper te laten aanvoelen dat ik nu niks van hem verwachtte.  

Eerst zat ik alleen maar, maar al heel snel dacht ik: ik ga hetzelfde doen als hij. Ik ga ook met mijn hand de mat aaien. Voorzichtig dat wel , want ik wilde dit positieve moment niet verstoren. Zodra ik mijn hand iets naar hem toe bewoog, kwam Casper al met zijn hand. Hij begon mijn hand te aaien, eraan te friemelen – en ik bij hem. En hij lachte. 

Op het moment dat hij mijn hand aanraakte, ging het wel even door mij heen: wat ga ‘ie nu doen? Ik was er namelijk erg op gebrand dat dit contact positief moest zijn voor ons allebei. Ik wilde niet dat het knijpen werd; daarom moest het ook niet te lang duren, het moest mooi blijven. Ik heb de ervaring dat een mooi moment ook te lang kan duren, en dat het dan negatief eindigt. Dat wilde ik niet. Die wens voor een positieve gedeelde ervaring had ik nu sterker dan in een alledaagse begeleidingssituatie, omdat dit onbekend was voor ons beiden.  

Trots op mezelf

Dat Casper positief contact met mij maakte met zijn handen, vond ik schitterend. Ik had niet verwacht dat het zo snel zou gaan, dat Casper me zo snel in deze setting zou ‘opzoeken’ door zijn hand naar me toe te reiken en dat het enorm positief zou zijn. Ik had alleen het zitten bij hem ook prima gevonden. Ik wilde het contact aan hem laten, wij begeleiders bepalen al zo veel voor hem. Dat het handcontact met hem ook positief en niet-functioneel kon zijn, dat was onbekend voor mij.  

Wat ik voelde in die 4 minuten daar bij Casper op de mat? Het was mooi, en superpositief. Ik vond het supergaaf om te ervaren dat hij zo snel contact maakte. Dat ik met zo weinig, qua context er om heen, zo’n grote succeservaring kon hebben, daar was ik door overweldigd. Het is zo makkelijk dit! Ook ervoer ik iets van trots dat dit kon – dat dit vertrouwen van Casper in mij er was. Dat hij me zo snel zijn vertrouwen gaf. Zo interpreteerde ik dat, alsof hij me liet weten: ik vind het leuk dat je er bent. Zo kwam dat over. Ik begeleid hem al zo lang; ik ben er gewoon altijd voor hem. Ik denk dat dát het vooral is: Casper bevestigde met zijn reactie dat ik er ben voor hem. Dat voelde ik gewoon. Dat vond ik een bevestiging van onze relatie. En achteraf dacht ik ook: natuurlijk doet ie dat bij mij. Als Mark het kan na 2 jaar vier uur per week, dan kan ik het zeker na 8,5 jaar en 32 per week 😊.

Tonny, augustus 2022

0 reacties  

Tonny - insider

Tonny - insider
Aantal blogs: 1

Inschrijven nieuwsbrief